vectoren en matrices: een vector is een sequentie die afgesloten wordt door vierkante haakjes. Deze kunnen we creëren met de toetsen
[ ,
], met het icoontje

, waarbij de elementen gescheiden worden door een komma of met het icoontje

. Als we de vierkante haakjes met het icoontje creëren, dan past hun grootte zich aan de inhoud aan. Hetzelfde resultaat verkrijgen we met de toetsencombinatie
Ctrl +
[ en
Ctrl +
]
Een matrix is een vector gevormd door vectoren van dezelfde lengte; elk van deze vectoren komt overeen met een rij van de matrix.
Met de icoontjes
en
, gedetailleerd uitgelegd in het hoofdstuk Menu's, icoontjes..., kunnen we op eenvoudige wijze vectoren en matrices creëren.
Om te ontdekken hoe je kan werken met vectoren en matrices, raadpleeg je hoofdstuk Lineaire Algebra.
De subindexen gecreëerd met het icoontje
zijn de hoofdwerktuigen voor het bewerken van lijsten, vectoren en matrices; in het bijzonder voor het verwijderen en wijzigen van elementen.
Toegepast op een lijst of een vector ven een geheel getal i, vi
is het i-de component van v, mits 1<=i<=lengte(v).
Elke matrix is een vector van vectoren. Als we een bepaalde matrix A noemen, dan is Ai
is de i-de rij en Ai,j
( of Aij
) het j-de element uit de i-de rij (op voorwaarde dat deze bestaat).
We bekomen dezelfde uitdrukken door het punt-teken te gebruiken; de uitdrukking An
is dus equivalent met A.n en Ai,j
is equivalent met A.i.j. En indien v een vector is, is v.i het i-de component van v.
Om de waarde van een element van een lijst, vector of matrix te wijzigen, kunnen we de syntaxis gebruiken die uitgelegd wordt in het vorige onderdeel. De nieuwe waarde wordt toegekend door middel van de operator = .