1


een object tekenen: plot(d:Plotabel2d)

Over het algemeen tekent deze functie d op een tekenblad. Enkele van de objecten die kunnen worden getekend zijn: Punt, Rechte, Cirkel, Lijnstuk, Driehoek, Veelhoekig, Functie, Kromme of Tekstvak. Indien het argument een Lijstis, dan worden alle elementen getekend.

Merk het geval op waarin de parameter d een identificator is (variabele). Als deze als waarde een tekenbaar object heeft, dan wordt dit object getekend; als dat niet het geval is, krijgen we een foutmelding. Indien later de waarde van d wijzigt, dan wordt de tekening geupdatet om het nieuwe object te tonen. We kunnen stellen dat het tekenblad de getekende elementen onthoudt en ze aanpast als hun waarde wijzigt.

In het volgende voorbeeld kunnen we dit gedrag volgen. Indien we P definiëren als het punt (3,5) en het tekenen (eerste blok), dan verschijnt het punt (3,5) op het tekenblad. Wanneer P wordt aangepast tot (2,-1), dan wordt dit punt getekend. Merk op dat dit gebeurt zonder dat we opnieuw gebruik moeten maken van het commando plot met het punt P.





mathsformore.com powered by WIRIS

©2003 maths for more sl. Alle rechten voorbehouden. Wettelijke waarschuwing